/>

Wie heet de docenten en leerlingen welkom tijdens een bezoek aan Het Scheepvaartmuseum en vertelt de verborgen verhalen? Eén van onze enthousiaste museumdocenten!

In dit interview vertelt freelance museumdocent Lena Vigeveno (24) over haar werk, haar favoriete onderwijsprogramma en nog veel meer.

Lena, wat vind je zo leuk aan je werk?

"Het is ontzettend leuk de verwondering bij de leerlingen te zien! Ons oude gebouw en de replica van het VOC-schip de Amsterdam maken direct bij binnenkomst al indruk. Vooral leerlingen die minder vaak in musea komen, spreken zich daarover uit… Zij vragen meteen: ‘Is dit echt? Is dit echt zó oud?’
Ik vind het ook bijzonder dat ik steeds weer andere groepen, met andere leeftijden en achtergronden tegenkom. Hier komen scholen uit heel Nederland en Europa... Elke groep is anders, dus elke rondleiding is weer anders. Je bent de hele tijd met verschillende mensen in de weer: hoe pas je je taal aan aan de groep? Hoe geef ik voorbeelden die passen bij deze leerlingen? Die afwisseling maakt dat ik blijf groeien in mijn vak."

Wat maakt een programma in het museum anders dan in de klas?

"In een museum als Het Scheepvaartmuseum is geschiedenis echt dichtbij. Een plaatje op een digibord in de klas is anders dan een schilderij in ons monumentale pand. Op de Amsterdam zien, ruiken en voelen leerlingen hoe het is om op een groot zeilschip te staan… dat kan je in de klas niet ervaren.
Van die andere omgeving, maak ik als museumdocent gebruik: ik vraag leerlingen goed te kijken en zich in te leven. Ik nodig ze uit samen met mij op onderzoek te gaan. We gaan onderzoekend leren en daarbij zoek ik aansluiting bij het curriculum én de leefwereld van leerlingen.

Met het voortgezet onderwijs ga ik bijvoorbeeld in gesprek over een schilderij van Frans Post: is dit geïdealiseerde landschap van Brazilië uit de 17e eeuw ‘nepnieuws’? Wat zien we hier wel? En wat niet? Zo leren leerlingen dat een schilderij maar één beeld geeft van de geschiedenis, en dat er andere bronnen bestaan die dat beeld aanvullen, bijvoorbeeld teksten over slavernij."

Is er een onderwijsprogramma dat je het leukste vindt om te geven?

"De combinatie van een museumbezoek en bezoek aan het schip is ons populairste programma. Ik vind dat ook het leukste programma om te geven
Er is in dit programma van 1,5 uur alle tijd en aandacht voor de leerlingen. En de combinatie van binnen (het museum) en buiten (het schip) is afwisselend. Binnen vertel ik de groep over geschiedenis in het groot: hoe is de Republiek gevormd? En buiten, op het schip kan ik het dagelijkse leven aan boord beschrijven. De leerlingen mogen in de hangmatten liggen en we bekijken de verschillende goederen. Daarbij is het makkelijk om aansluiting te vinden bij de leerlingen: veel matrozen in de 17e en 18e eeuw waren even oud als brugklassers. En ik leg ook uit hoe Nederlandse geschiedenis en de geschiedenis van de wereld verbonden zijn: Wat deed de VOC eigenlijk in Azië? Hoe keek men er daar tegenaan?"

Wat wil je dat leerlingen bijblijft na een rondleiding van jou?

"Het allerbelangrijkste vind ik dat ze samen plezier hebben gehad. Vooral voor basisonderwijsbezoeken, wil ik dat ze ervaren hoe leuk een uitje naar een museum kan zijn. Oudere leerlingen geef ik graag mee dat geschiedenis meer is dan wat tekst uit een boek. Geschiedenis is niet objectief: je moet verschillende perspectieven meewegen. Ik vertelde al over het schilderij van Frans Post dat een rooskleurig beeld geeft van de 17e eeuw. Als je meer weet over een werk of object – als je je erin verdiept – ga je er anders naar kijken.

Van docenten krijg ik ook vaak terug dat de leerlingen geschiedenis hier echt ‘ervaren’. Ze krijgen een visueel beeld bij het verleden. Dat geschiedenis voor hen hier door mijn rondleiding meer is gaan leven, dat vind ik een groot compliment."

Geïnteresseerd in onze onderwijsprogramma's? Ga direct naar Primair Onderwijs of Voortgezet Onderwijs.

Ga terug naar de algemene onderwijspagina.