Het Scheepvaartmuseum is gevestigd in een prachtig pand. Deze parel wordt 's Lands Zeemagazijn genoemd. Dit monumentale gebouw uit 1656 is ontworpen door Daniel Stalpaert als pakhuis van de Admiraliteit van Amsterdam.
Het Zeemagazijn werd gebouwd toen Amsterdam de grootste haven ter wereld was. Nu, ruim 350 jaar later, is het Zeemagazijn nog altijd een indrukwekkend gebouw met veel karakter. De perfecte locatie voor Het Scheepvaartmuseum, dat hier sinds 1973 is gevestigd. De entree van Het Scheepvaartmuseum leidt tot het Open Plein; de overdekte binnenplaats. De eerste indruk is dankzij het glazen dak spectaculair: het lijnenspel waar je oog op valt vertegenwoordigt kruisende kompaslijnen die doen denken aan een oude zeekaart. Het dak is een modern architectonisch hoogstandje op een viertal muren die nagenoeg hetzelfde zijn gebleven. Hieronder lees je meer over de geschiedenis van dit bijzondere gebouw.
Een pakhuis bij de werf
Dankzij de scheepvaart maakt Amsterdam vanaf 1590 een explosieve groei door. Het stadsbestuur laat in 1650 drie eilanden aanleggen voor scheepswerven, pakhuizen en woningen. Op het eiland Kattenburg komt de scheepswerf van de Amsterdamse Admiraliteit met een bijbehorend pakhuis: het 's Lands Zeemagazijn. Na een bouwperiode van minder dan een jaar, wordt in 1656 het statige pand geopend. In het Zeemagazijn liggen kanonnen, zeilen, vlaggen en scheepsuitrusting voor de oorlogsvloot opgeslagen. De open binnenplaats werd gebruikt om regenwater op te vangen. In de tongewelven onder de binnenplaats kon zo'n 40.000 liter regenwater worden opgeslagen. Vandaag de dag zou dit een duurzame daad worden genoemd, waar het toentertijd pure noodzaak was. Zo blijkt: vroeger is niet altijd slechter.
De architect
Het Zeemagazijn is gebouwd op 2300 palen, maar die konden niet voorkomen dat het gebouw was gaan verzakken. Steunberen (de schuine 'voeten' onder aan het gebouw) en extra risalieten (de uitbouwen aan de buitenkant) moesten verdere verzakking of zelfs instorting voorkomen. 's Lands Zeemagazijn is ontworpen door Daniël Stalpaert. Stalpaert startte als schilder, net als zijn vader. In 1648 wordt hij door het stadsbestuur benoemd tot stadsarchitect van Amsterdam. Een van zijn taken is het uitwerken van het ontwerp van Jacob van Campen voor het stadhuis, het tegenwoordige paleis op de Dam (1648-1655). Zo doet Stalpaert ervaring op met de sobere classistische bouwstijl die kenmerken zal worden voor zijn werk. Stalpaert is als stadsarchitect verantwoordelijk voor de grote stadsuitbreiding van 1663. Hij ontwerpt een aantal kerken: de Amstelkerk in het centrum, de Oosterkerk op Wittenburg en de Nederlands-hervormde Kerk van 's-Graveland. Ook bepaalt Stalpaert in grote mate het aanzicht van de eilanden Kattenburg, Wittenburg en Oostenburg. Hij ontwerp het gigantische Oost-Indische Zeemagazijn, dat in 1822 zal instorten.
Tijdlijn
In 1791 brandde het gebouw af, op de stenen muren na. De zwartgeblakerde bakstenen gevels verdwenen onder een pleisterlaag die statige blokken zandsteen moesten suggereren.
In 1795 vielen de Fransen het land binnen en werd de Bataafse Republiek gesticht. De vijf Admiraliteiten werden opgeheven en vervangen door een nationale marine. Het Zeemagazijn werd een pakhuis voor de marine. Dit bleef zo tot begin jaren zeventig.
In 1972 begon het Zeemagazijn aan een nieuw leven als 'pakhuis' voor topstukken van Het Scheepvaartmuseum. Het museum werd een Rijksmuseum, waardoor de financiële mogelijkheden aanzienlijk werden verruimd. Op 13 april 1973 werd Het Scheepvaartmuseum officieel geopend door prinses Beatrix.
De renovatie (2007-2011)
In 2007 sloot Het Scheepvaartmuseum voor een renovatie van 4 jaar. Het Zeemagazijn was toe aan een grondige opknapbeurt. Er moesten grote zalen komen en andere aanpassingen worden gedaan voor de groeiende bezoekersstroom. Ook moest er klimaatbeheersing worden aangelegd.
Liesbeth van der Pol (Dok architecten) maakte het masterplan voor het vernieuwde museum en de inrichting van de publieke ruimtes, ontvangstzalen, restaurant en bibliotheek. Haar streven: het gebouw moderniseren, maar tegelijk het gevoel van een 17e-eeuws pakhuis behouden. Door later aangebrachte tussenvloeren te verwijderen en dichtgemetselde bogen te laten openbreken, herstelde Van der Pol oude zichtlijnen en bracht ze het gebouw weer in de staat zoals Stalpaert het bedoeld heeft. Waar ze elementen van glas en metaal toevoegde, benadrukken die het stoere karakter van het gebouw.
- masterplan: Liesbeth van der Pol/Dok architecten
- uitvoering: BAM Utiliteitsbouw onder begeleiding van de Rijksgebouwendienst (eigenaar van het gebouw)
- in totaal verleende de overheid zo’n 60 vergunningen voor de renovatie
- kosten renovatie: 58 miljoen euro (betaald door de Rijksoverheid)
- kosten herinrichting (tentoonstellingen, inrichting, bibliotheek, restauratie collectie): 17,5 miljoen euro (betaald door Het Scheepvaartmuseum, met hulp van fondsen, sponsoren en particuliere donoren)
De overkapping
Het letterlijke hoogtepunt van de renovatie is de overkapping van de binnenplaats, het open plein. De zelfdragende constructie, ontworpen door architect Laurent Ney, bestaat uit duizenden stukken glas in een metalen frame. Het ontwerp is geïnspireerd op de kompaslijnen van oude zeekaarten. In elk van de 868 knooppunten zitten 4 led-lampjes verwerkt (wit, rood, geel en blauw) die afzonderlijk kunnen worden aangestuurd. Dankzij dit schitterende glazen dak krijgt de binnenplaats een totaal nieuwe functie als centraal plein en als evenementenlocatie.
- zelfdragende constructie van 34 bij 34 meter.
- ontworpen door architect Laurent Ney (Ney + Partners) en gebouwd door Anmeco.
- ontwerp geïnspireerd op de kompaslijnen op oude zeekaarten
- kosten: 3 miljoen euro (onderdeel van het renovatiebudget)
- 160.000 kg staal en 40.000 kg glas
- 1200 stukken glas van verschillende afmetingen
- 868 knooppunten met ledverlichting