/>

Op kennistrip naar Hongarije

De gidsen van Het Scheepvaartmuseum gaan elk jaar op een informeel teamuitje. Gezelligheid staat op de eerste plaats, op de voet gevolgd door het belang van een maritiem-historische invulling. Zo hieven we in 2011 om middernacht een glas rode wijn in de Oude Kerk bij het graf van Willem van der Zaan en gingen we vorig jaar naar Antwerpen om in de voetsporen van globemaker Jacob van Langren te treden. We moeten de lat elk jaar voor onszelf hoger leggen en daarom kijken we in 2015 wat verder over de grenzen heen.

Het genootschap gaat Oostwaarts

Dit jaar is onze keus gevallen op Hongarije. Hongarije? Dat heeft sinds 1918 toch geen grenzen meer aan zee? Wat is daar nou maritiem aan? Gelukkig biedt het omvangrijke Pantheon der Vaderlandsche Helden uitkomst. We kunnen – net zoals Johan de Witt en Willem III dat deden – volledig vertrouwen op Michiel de Ruyter. In Debrecen, een stad zo'n 200 kilometer buiten Budapest, staat een gedenknaald voor De Ruyter. We gaan op onderzoek naar de herbeleving en heldenverering van een Zeeuwse zeeheld in den vreemde.

De politieke kant van Michiel de Ruyter

Debrecen was de broedplaats van het Hongaars protestantisme, maar de locale Jezuïten wilde hier niets van weten en waren in de jaren '70 bezig om een tegenbeweging op poten te zetten. In 1671 werden er achthonderd predikanten naar het hof van keizer Leopold I ontboden. Leopold liet er ter plekke 336 executeren. Een kleine groep van 26 man werd naar Napels gestuurd om in dienst van de Spaanse onderkoning als galeislaaf te dienen.

De Staten-Generaal van De Republiek stuurde Michiel de Ruyter een brief met de opdracht om deze heren vrij te krijgen. De Ruyter was vanaf 1675 bezig om de Spaanse koopvaardijschepen te beschermen tegen Franse kapers in het Middellandse zeegebied. Omdat hij op goede voet stond met de Spanjaarden wist hij de Hongaren vrij te pleitten. Op 11 februari 1676 kwamen de voormalige slaven aan boord bij de bestevâer. Michiel de Ruyter bleek naast een goede vlootvoogd ook nog eens een prima ambtenaar. In Debrecen staat een gedenknaald. En wij gaan er heen om eer te bewijzen aan de man die in 2004 werd verkozen tot 7-na-grootste-Nederlander aller tijden. Het is daar op dit moment 8 graden onder nul, maar gelukkig kunnen we na ons bezoek weer opwarmen in de vele thermobaden van Budapest. We zien er naar uit!

Het gidsengilde is klaar voor vertrek

Vandaag vertrekken we naar Hongarije. Zoals het een goed gidsengilde betaamd zijn we daar niet alleen voor de lol, maar ook op zoek naar kennis. Museumgids Anna Lamberts heeft contact weten te leggen met Dr. Pusztai Gábor, hoofd van de vakgroep Nederlands op de universiteit van Debrecen. Hij is auteur van een aantal boeken over De Ruyter en wilde ons graag vergezellen tijdens het bezoek aan zijn stad. In zijn kielzog neemt hij een aantal van zijn studenten mee. Het lijkt erop dat we dit uitje kunnen gaan beschouwen als een internationaal herdenkingsmoment. Er is geen taalbarrière - de studenten spreken namelijk Nederlands - maar mocht onze tongval toch te rap zijn hebben hebben we nog altijd onze eigen Nora 'Ik spreek 26 talen' Klajic. We zijn benieuwd wat deze ontmoeting ons aan kennis en vriendschappen gaat opleveren. Ondertussen werk ik haastig door aan de traditionele Pubquiz.

Hongaarse jenever en Katholieke invloeden

Na het nachtleven van Boedapest kort maar krachtig verkend te hebben werden we gewekt door de geur van verse spinazie/feta-burek en koffie van het immer vrolijke koffiemeisje dat naast ons hotel werkte. Vandaag was een belangrijke dag, dé reden dat we deze reis hadden ondernomen: we hadden een afspraak in Debrecen. De meerwaarde van ons bezoek was voor een zeer groot gedeelte toe te schrijven aan de warme ontvangst van Dr. Gabór Pusztai, hoofddocent van de vakgroep Nederlands aan de Universiteit Debrecen.

Na een korte introductie van Anna over de reden van onze reis en een glas jenever om te proosten op onze zeehelden nam Dr. Pusztai ons mee naar de wereld van de Hongaarse reformatie. De bevrijding van de galeislaven door De Ruyter was uiteraard maar een heel klein onderdeel van deze geschiedenis. Hongarije was in de zestiende en zeventiende eeuw verscheurd door de katholieke Habsburgers, de Ottomanen en de opstandige prinsen van Transsylvanië. De Habsburgers kregen langzamerhand steeds meer invloed en begonnen met het uitbreiden van de katholieke leer. Een groep van 41 protestantse mannen koos ervoor om voet bij stuk te houden. Koning Leopold I had geen andere keus dan ze richting Napels te sturen om te werken voor de Spaanse onderkoning. Van de 41 kwamen er 26 levend aan.

Vechten zonder zwaarden

De Ruyter heeft ze gered, niet met het zwaard, maar met de pen. De predikanten keerden via Venetië en Zwitserland weer terug in vrijheid en verspreidde zich daarna over heel Europa. Het verhaal van De Ruyter met zich meebrengend. Tijdens een rondleiding in het Gereformeerd College vonden we in het museum nog veel meer bewijzen voor de sterke band tussen de Republiek en Hongarije. We zagen de verzamelde werken van Desiderius Erasmus, een Amsterdamse globe en zelfs Popo de vis - terugkerend hoofdrolspeler bij de vakantieprogramma's van Het Scheepvaartmuseum - maakte een cameo. Als laatste bezochten we de Universiteit van Debrecen, een prachtig gebouw uit 1912. We maakten daar kennis met de medewerkers van de vakgroep Nederlands en kregen uitleg over hoe dit vakgebied is ontstaan in Hongarije. Volgegeten en met een nieuwe dosis informatie in ons hoofd (én in het meegegeven studiemateriaal) keerden we weer huiswaarts.

Dank aan onze collega's

Nogmaals dank aan Gabór Pusztai en zijn collega's Gert Loosen en Zsusza Tóth van de Universiteit Debrecen voor het mogelijk maken van deze middag. We kwamen voor wat foto's van een gedenknaald, maar we kregen veel en veel meer dan dat. Uiteraard ook dank aan mijn eigen reiscommissie: Anna Lamberts, Anneloes Vink, Marc Heijboer en de koningin van het genootschap: Nora Klajic.

Namens de reiscommissie,
Paul de Jong