Houd u vast, we gaan mensen in hokjes plaatsen! Gefeliciteerd hipsters, ruige zeebonken, barista’s, boswachters, archiefmedewerkers, voormalig leraren Latijn, timmerlieden en barbers van Nederland, gefeliciteerd met uw baard op deze internationale baard-dag (1 september)! 

Toegegeven, de baard is de laatste vijf jaar uitgegroeid tot een volledig geaccepteerd verschijnsel in het huidige straatbeeld. Zelfs prominente politici en nieuwslezers durfden het aan om enkele jaren geleden terug te komen van zomervakantie met een vachtje op hun snuit. Je baard laten staan was vroeger alleen weggelegd voor een bepaalde groep mensen. En die groep mensen kreeg op basis van deze uiterlijkheden eigenschappen toebedeeld. Veel van ons zijn schuldig aan die vorm van stereotypering. Let maar op:

Hoe mannelijker, hoe onbetrouwbaarder

Er worden al jaren vergelijkingen gemaakt tussen geslachtshormonen en gelaatskenmerken. Een brede kaaklijn, grove wenkbrauwen en meer haargroei zijn een teken van meer testosteron. En die testosteronbommen schrijven we meer mannelijkheid en avontuursdrift toe. Het is niet alleen maar halleluja voor deze alfamale, uit onderzoek blijkt ook dat we deze mannen onbetrouwbaarder vinden. Bij Amerikaanse ijshockeyers is onderzocht dat de mannen met de brede kaaklijn in het team beduidend meer overtredingen maakten. Zegt dit iets over agressie van deze mannen? Of over hoe de scheidsrechter over deze mannen denkt?

Macho matrozen

Van ijshockey naar zeevaart: liederen verklappen ons dat de zeeman met baard ook allerlei ruige eigenschappen werd toegeschreven. Het Kaperslied, dat gaat over de Duinkerkse Kapers uit het begin van de zeventiende eeuw, beschrijft hoe ruig deze mannen met baarden zijn. Sterker nog: het is het hoofdonderwerp van het lied.

Durf je de Kaap te ronden? Dan heb je een baard!
Durf je een walvis te doden? Dan moet je een baard hebben!
Ben je niet bang voor de dood? Juist. Dan zijn haren onder je neus een must.

Al die ranzige tweebak* lusten,
moeten mannen met baarden zijn.
Jan, Pier, Tjores en Corneel,
die hebben baarden,
die hebben baarden,
Jan, Pier Tjores en Corneel,


Die hebben baarden zij varen mee
Al die deftige pijpkens smoren, 
moeten mannen met baarden zijn.
Al die met ons de walvis killen,
moeten mannen met baarden zijn.
Al die duivel en dood niet duchten,
moeten mannen met baarden zijn.
 

Jan, Pier, Tjores en Corneel speelden de hoofdrol in dit zeemanslied en ondanks dat je waarschijnlijk niet weet wat tweebak is, of wat voor deftige pijpkens er gesmoord moesten worden is de strekking van het lied wel duidelijk: deze mannen waren ruig en hadden geen vrees. Kortom: een baard maakt je een baas.

* Tweebak: een ander woord voor scheepsbeschuit. Dit klinkt lekkerder dan het was. Het was zo taai en droog dat je het in de thee moest dopen om het weg te krijgen. Het was wel heel lang houdbaar en daarom populair aan boord. 

Auteur: Marleen Manneke.