In 1633 stierf Cornelis Claesz. Van Wieringen. Hij maakte het grootste schilderij dat te zien is in Het Scheepvaartmuseum. 'De zeeslag bij Gibraltar' is niet alleen vanwege zijn formaat bijzonder. Een grappig detail vertelt over de Hollandse triomf toen ze de Spaanse vloot in haar hemdje zette.
De meester was te duur
De Admiraliteit van Amsterdam wilde stadhouder Prins Maurits, de hoogste militair van de Republiek der Verenigde Nederlanden, een cadeau aanbieden ter ere van zijn heldendaden. De eerste keus voor de maker van het gewenste schilderij was Hendrik Cornelisz. Vroom, de grondlegger van de Europese zeeschilder kunst. Zijn naam en goede reputatie brachten ook een prijskaartje met zich mee. Vroom vroeg een exorbitant bedrag en de onderhandelingen liepen stuk. De Admiraliteit wendde zich tot zijn leerling Van Wieringen en vroeg hem een proefstuk te maken om te laten zien wat hij in huis had.
Eerst even oefenen
Van Wieringen maakte een spectaculair schilderij met vele schepen, een ontploffing en bemanning die letterlijk door de lucht vliegt. Prins Maurits was tevreden. Vervolgens ging Van Wieringen aan de slag met een 'modello'. Daarmee moest hij in klein formaat laten zien hoe de uiteindelijke compositie van 'De zeeslag bij Gibraltar op 25 april 1607' eruit zou gaan zien. Ook dit was naar aller tevredenheid: eindelijk was de opdracht voor Van Wieringen. Het doel van zo'n modello was de opdrachtgever te laten zien wat hij kon verwachten bij het daadwerkelijke doek. Als het op de modello goed was, dan was het op het grote doek ook goed. Zo was de gedachte. Van Wieringen bracht een minuscuul tekeningetje aan in zijn modello, iets was nauwelijks te zien is met het blote oog. Dit detail klopte niet met de werkelijkheid. Kennelijk was het niemand opgevallen. Hij had namelijk het lef om het ook over te brengen op het reusachtige doek.
Wat verstopte van wieringen?
Wat zien we op het doek? In het voorjaar van 1607 vielen zo'n dertig Nederlandse oorlogsschepen de voor anker liggende Spaanse vloot aan in de baai van Gibraltar. Twaalf Spaanse schepen gingen ten onder en duizenden opvarenden sneuvelden in het gevecht of verdronken. De overwinning was voor de Nederlanders en de Spanjaarden bleven vernederd achter. De nederlaag moest kennelijk nog meer ingewreven worden.
Op de kust aan de voet van de Spaanse rots werd namelijk een typisch Nederlands icoon getekend. Een piepkleine molen, die triomfantelijk uitkijkt over de baai. Van Wieringen liet de Spanjaarden achter met een Hollandse molen. De vernedering was compleet.
Auteur: Marleen Manneke.