/>

Hans Wijn, oud-conservator van Het Scheepvaartmuseum, blikt terug op de bijzondere tijd waarin het VOC-schip Amsterdam vele bezoekers kennis liet maken met het leven aan boord eeuwen geleden.

’Ik denk niet dat de slager ooit zo'n raar verzoek heeft gehad. Hij keek nogal vreemd toen ik vroeg om koehorens. Ja, echte. En die hebben we gekregen. Een zak vol. We hebben ze zorgvuldig uitgekookt, schoongemaakt en zelfs laten graveren. Net als vroeger, wilden we het kruit voor de kanonnen opslaan in horens. We zijn later nog een keer teruggegaan naar diezelfde slager, met een koehoren als kadootje. Hij vond het prachtig!’

Met de neus in de boeken

Hans Wijn was van begin 1990 tot eind 1999 verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van alles op en rondom het VOC-schip. Een hele bijzondere baan, omdat Hans zichzelf als doel had gesteld dat de bezoeker het leven uit die tijd op een zo waarheidsgetrouwe manier moest kunnen beleven.

De kunst van het rolspelen werd afgekeken bij de Amerikanen en zo kwam het dat iedereen op het schip, van de kok tot de matroos, zijn rol volledig moest doorleven. En dat betekende oude literatuur lezen, veel boordjournaals bestuderen en authentieke kleding uit die tijd dragen.

In het ruim van het VOC-schip werd het leven aan boord levensecht nagespeeld

Niet van echt te onderscheiden

Niets werd aan het toeval overgelaten: oude kostuums werden nauwkeurig nagemaakt, er werd onderzocht wat er werd gegeten in die tijd aan boord van een VOC-schip en natuurlijk moest elke rolspeler zich ontdoen van zijn horloge. Soms werden onderdelen van het schip en bijbehorende attributen iets té goed nagemaakt: Hans: ’In de schippershut moesten identieke navigatie-instrumenten komen. Denk aan een uurglas of een parallelliniaal. We vonden een man in Enkhuizen verbonden aan het Zuiderzeemuseum, bereid om deze instrumenten voor ons te ontwikkelen.

Het was gemaakt van palmhout en niet van echt te onderscheiden. Collega's schrokken zich kapot toen ze mij met die spullen op het schip zagen en waren in de veronderstelling dat ik daadwerkelijk objecten uit de collectie had gepakt, zó echt leek het’.

In de schippershut van het VOC-schip waren nagemaakte instrumenten, niet van echt te onderscheiden!

Prutjes van Cor

De bezoeker op het VOC-schip kreeg een kijkje in het alledaagse leven aan boord. Hans: ’Dit ging de hele dag door, de rollenspelers waren 'aan het werk' op hun eigen schip. Kok Cor stookte bijvoorbeeld op stenen en echt vuur, open en bloot op de houten scheepsvloer. Hij stond daar daadwerkelijk prutjes te koken in grote oude pannen. Niet iedere bezoeker wilde de gortepap proeven, maar Cor bleef altijd in zijn rol.

Op een nacht is er zelfs brand uitgebroken op het schip. Dat hoorde niet helemaal bij de show, maar ja ook dat gebeurde wel eens op schepen uit die tijd’. Gelukkig heeft de brandweer geweldig geholpen en kwam het VOC-schip vrijwel onbeschadigd uit de strijd.

De levende geschiedenis aan boord van het VOC-schip zorgde voor een knallende show.

Een knallende show

En strijd was er dagelijks aan boord. ’Er werden dagelijks schutexercities gehouden. We deden het precies zoals vroeger. Alle handelingen werden een voor een afgewikkeld: het wissen van het kanon, het laden met een echte kogel, de prop erin en er kwam zelfs echt vuur met een echt brandend lontje aan te pas.

Dat het laatste stukje van het proces elektrisch ging, had op die manier natuurlijk niemand door. De gigantische knal was nauwelijks nodig om de bezoekers te overtuigen. Het leek allemaal behoorlijk echt’. Zo echt, zou later blijken, dat de Milieudienst en de Gemeente Amsterdam nog geklaagd hebben over het aantal decibel dat vrijkwam. ’Maar toen wij geluidsmetingen gingen doen op de Prins Hendrikkade bleek dat het verkeer alleen al meer herrie maakte. Toen hebben ze het er maar bij laten zitten’ lacht Hans.

Hans is inmiddels 68 en met pensioen maar kijkt met veel plezier terug op de tijd waarin de Amsterdam net aan de steiger bij Het Scheepvaartmuseum lag. Het doet hem dan ook goed om te horen dat het schip nog steeds een populaire reden is om een bezoekje te brengen aan het museum. Het schip is met haar prominente plek een echt boegbeeld voor Het Scheepvaartmuseum.