Het verhaal van de ramp met de Titanic is ongekend populair. Na een ijsberg te hebben geramd verdween het schip in de nacht van 14 op 15 april 1912 twee uur later in het ijskoude water van de Noord-Atlantische Oceaan. 1523 van de in totaal 2228 opvarenden (passagiers en bemanningsleden) vonden hun zeemansgraf. Dit lot is op het eerste gezicht vergelijkbaar met dat van duizenden schepen voor en na 1912. Waarom heeft deze ramp zoveel bekendheid gekregen en vergelijkbare rampen veel minder?

Blijvend actueel

In zijn Wij herdenken, dus wij bestaan (Nijmegen 1999: p. 28) stelt historicus Jos: ’Paradoxaal genoeg blijken 'historische', niet-actuele personen en thema's in onze […] samenleving keer op keer een verrassend hoge actualiteitswaarde te kunnen krijgen’. Uit verschillende berichten blijkt dat de Titanic keer op keer een enorme actualiteitswaarde heeft. Er is gesproken over het kostbare en bizarre plan om een Titanic II te bouwen, er is 1 miljoen euro betaald voor de zeer waarschijnlijk onbespeelbare viool van Wallace Hartley, leider van het orkest aan boord van de Titanic. Daarnaast plaatste het vaktijdschrift Weather onderzoeksresultaten over de relatief geringe 'ijsbergdichtheid' van de Atlantische Oceaan in 1912 ten opzichte van jaren ervoor en erna. Kortom: de actualiteitswaarde van dit schip lijkt oneindig te zijn.

Sociale ongelijkheid versterkt dramatiek

Wat maakt dat de Titanic een bijzondere plek lijkt in te nemen waar het gaat om collectief herinneren? Immers, het schip staat qua achtergrond en historie tamelijk ver af van Nederland en Nederlanders. Het feit dat er 'maar' drie Nederlanders bij de ramp omgekomen zijn omgekomen vormt feitelijk de enige fysieke verbinding met de Titanic. Meer dan bij veel andere verongelukte schepen was bij de Titanic sprake van sterke hiërarchie aan boord. In tegenstelling tot wat James Cameron's Oscar-verslindende film ons doet geloven waren eerste, tweede en derde klassen strikt van elkaar gescheiden. Bovendien bevonden zich tussen de eersteklas-passagiers nogal wat notabelen en beroemdheden. Dit tot de verbeelding sprekend gegeven vormt een schril contrast met de vele verdronken onbekende derdeklassers. Het is vooral deze sociale ongelijkheid die bijdraagt tot de dramatiek.

De zee als metafoor voor God

In die bewuste nacht maakte de ijskoude zee geen onderscheid tussen arm of rijk, tussen geslaagd of berooid, tussen man, vrouw of kind. Zien wij stervelingen de nietsontziende zee, die alles en iedereen verzwelgt zonder aanzien des persoon, als metafoor voor God in wiens ogen ieder mens gelijk geschapen is maar tegen wie geen enkele kracht is opgewassen? Is dat de reden dat de herinnering aan dat grote, sterke, meest onzinkbaar gebouwde schip zo'n aparte status heeft gekregen? Is, met andere woorden, de Titanic in de perceptie van velen de drijvende variant op de toren van Babel? Ook daar kwam hoogmoed voor de val.

Of moet de verklaring veel meer worden gezocht in de enorme hoeveelheden slachtoffers, de verhalen over het grote tekort aan sloepen en de selectie die daar heeft plaats gevonden? Het verschil tussen de wereld van dure sigaren, parelkettingen en rokkostuums was een enorm groot als je deze vergelijkt met de berooide immigranten en gezichtsloze derdeklassers. Of is de verbolgenheid immer groot over de ongelooflijke stommiteit van een ervaren, gewaarschuwde kapitein en bemanning om in de oneindige grootsheid van de Atlantische Oceaan tegen een ijsberg aan te botsen? Veel vragen zijn nog steeds relevant.

Elke ramp op zee blijft een krachtmeting tussen mens en natuur. De contrasten, oneerlijkheid en aanwezige kennis over ijsvorming in de oceaan blijft een bron van gesprekken over de Titanic en dat zal voorlopig ook zo blijven.

Auteur: Marleen Manneke.